Hallo!
Ik ben een boekenmaker, illustrator, verhalenverteller, bedenker, fantast, grapjas, piekeraar, perfectionist, monomaan.
Als je meer over mij en mijn werk wil weten kan je hieronder rondneuzen.
Veel kijk-en leesplezier!
Benjamin.
Vroeger tot nu
1980
Geboren in Neerpelt, in de rechterbovenhoek van België. Waar mensen spreken alsof er een elastiek in hun mond zit. Behalve koeien, weiden en fabrieken was er niet veel te beleven. Dus begon ik werelden te tekenen die nooit vervelen.
1980 1998
Opgegroeid in Overpelt, tussen vier broers.
Jep… 5 jongens! Grote verschillen en gekibbel, maar ook veel humor en liefde.
2000
Ik ontmoette Merel Eyckerman, de liefde van mijn leven én een fantastisch illustrator. Ontdek haar werk hier.
2002
2003
Tijdens mijn studies aan de PXL Hasselt (BE) kreeg ik de kans om samen met Merel 4 maanden in Finland te studeren.
Daarna trok ik naar Deir El Bersha (Egypte) en Sagalassos (Turkije) voor een stage als archeologisch tekenaar. Op deze foto zie je hoe ik een schedel van 3000 jaar oud aan het intekenen ben!
2003
Afgestudeerd. Met Merel verhuisd naar het hartje van Antwerpen om er samen te wonen. Ik tekende er de eerste opdrachten als freelance illustrator. Mijn debuut, ‘Met de kont tegen de krib’ (geschreven door Ed Franck) verscheen bij Davidsfonds Uitgevers (BE). Een heruitgave van een boek dat ik als kind stuk gelezen heb!
2005
Mijn bedenkelijke muzikale alter ego Benny B ontstaat. Na het verdwijnen van Tien om te Zien nam Benny’s carrière een flinke duik. En toch blijft hij verbeten vechten voor het betere Vlaamse lied.
Beluister hier enkele van zijn onvergetelijke klassiekers! Hier kan je een lang interview beluisteren met de ‘Keizer van de ironische schlager’. En wie weet heb je ooit de buitenkans de man live aan het werk te zien. Een buitenaardse ervaring!
2008
Verhuisd naar Lier (BE) met Merel.
Na jaren van parttime jobs combineren, besloot ik fulltime illustrator te worden. Dat ben ik vandaag nog altijd.
Ik ontmoette Jaap Robben, een briljante geest en nog briljantere schrijver. We maakten samen ‘Zullen we een bos beginnen?’, het begin van een lange samenwerking.
2009
Getrouwd met Merel.
Dat was een fantastisch feest.
En dat is het nog altijd.
2010
Jaap Robben en ik bedachten samen ‘De Zuurtjes’, een prentenroman waarvoor we intensief samenwerkten.
‘De Zuurtjes’ gooide hoge ogen in de pers. Een nederlandse bijbelstichting sloeg ons boek in de ban en bestempelde het als ‘satanistisch’.
2012
Onze zoon Rien werd geboren.
En alles was anders.
2015
Gottmer (NL) brengt de eerste twee delen van onze Suzie-reeks uit. Suzie wordt enthousiast onthaald in de pers: ‘Een nieuwe heldin is opgestaan!’ (CuttingEdge.be).
2017
‘Plasman’ verschijnt, een verhaal dat ik samen met Jaap Robben bedacht. Het werd ons meest vertaalde boek tot nu toe. Onze bijzondere superheld plast ondertussen in Italië, Duitsland, Frankrijk, Denemarken, China, Korea, Slovenië,…
2020
‘De Blauwen tegen de Rooien’ verschijnt, het eerste prentenboek dat ik getekend én geschreven heb.
2024
Na zeven jaar dromen, denken, schrijven, wroeten en tekenen verschijnt mijn eerste graphic novel ‘Een kind van klei’, op 2 oktober 2024 bij Standaard Uitgeverij (BE).
Prijzen & Ander moois
2019
‘Suzie gaat tekenen’
Genomineerd voor de Boekenpauw
Lees hier het juryverslag
‘Plasman’
Winnaar Kinder-en Jeugdjury Vlaanderen
2018
‘Suzie Ruzie in het diepe’
Winnaar Kinder-en Jeugdjury Vlaanderen
2016
Gastlandschap Vlaanderen en Nederland op de Frankfurter Buchmesse
Pop-up atelier met pop-up magazine
Verschillende lezingen en tekenbattle
2013
‘Als iemand ooit mijn botjes vindt’
Winnaar Vlag en Wimpel (NL)
2010
‘De Zuurtjes’
Genomineerd voor de Brabantse Jeugdliteratuurprijs (NL)
‘De Zuurtjes’
Ban door Stichting Bijbel & Onderwijs
(lees het artikel hier)
2009
‘Zullen we een bos beginnen?’
Genomineerd voor de Gouden Uil Jeugdliteratuur
1986
Kleurwedstrijd Zon & Zee Westende
1ste Prijs: een Playmobil indianenset
Vraag & antwoord
Wat voor kind was jij?
Een maker. Tekeningen, strips, boomhutten, toneeltjes, een klaskrantje, muziek,… Alleen, met één van mijn broers of met vrienden. Altijd een nieuw plan waar ik me ten volle op stortte. Veel is er niet veranderd.
Wat zijn jouw mooiste herinneringen en vind je die terug in je werk?
De bossen van Cugnon (Ardennen). Mijn grootouders hadden er een huisje, in the middle of nowhere. Bomen en bossen zijn heel aanwezig in mijn tekeningen. In ‘Zullen we een bos beginnen’ (hoe kan dat ook anders?), ‘Niemand en ik’, ‘De reus van Teus’ en recent in ‘De Blauwen tegen de Rooien’. Als ik rust zoek, dan zoek ik bomen op.
De onnozeligheden, toneeltjes en verkleedpartijen met mijn broers, neven en nichten. Op elk familiefeest moest er onnozel gedaan worden. Dat doe ik nog steeds, al probeer ik het op het gepaste moment te doen. Mijn werk zit boordevol humor, expressie, groteske en absurde elementen, dus je hoeft niet ver te zoeken.
Mijn lagere schooltijd. Ik zat op een piepklein schooltje in Overpelt-Fabriek. Het was een aftands gebouw met een speelplaats waarvan de ondergrond uit zwart zinkafval bestond (handig, want daar kwam geen onkruid doorheen). Dat klinkt verre van ideaal, maar net de kleinschaligheid van die school maakte dat ik me er kind aan huis voelde.
Thuis heerste er altijd een gezellige drukte. Natuurlijk idealiseer je dat achteraf, maar het gevoel dat je er aan overhoudt liegt nooit. Die geborgenheid vind je terug in mijn tekeningen. Personages die het gezellig maken, samen spelen, samenwerken,…
En verder zijn er nog zoveel andere indrukken en herinneringen die in je werk kruipen. Meestal gebeurt dat onbewust.
Wat probeer je als je een boek maakt?
Ik laat me leiden door het verhaal. Ik pas mijn manier van werken of techniek aan in functie van de toon en de sfeer. Daardoor ziet elk boek er verschillend uit.
Ik maak geen boeken voor de mooie plaatjes. Uiteraard hou ik van mooie dingen, maar ik geloof dat schoonheid alleen kan bestaan als er iets tegenover staat, iets dat grilliger, onaf of zelfs lelijk is. Ik hou niet van hermetische esthetiek.
Ik wil dat je gelooft wat ik teken of vertel. Dat je in het verhaal zit, en vergeet dat je naar een tekening kijkt. Om dat te bereiken moet ik ervoor zorgen dat alles er vanzelfsprekend uitziet. Het is hard werken om dat te bereiken. Maar het is fantastisch als dat (een beetje) lukt!
Verder hoop ik natuurlijk dat mijn werk iets teweeg brengt bij jou, de lezer: dat je fantasie op hol slaat, dat je zin krijgt om zelf iets te maken. Ik denk dat als ik speel, mij amuseer, de lezer dat plezier voelt en overneemt. Al klinkt dat alsof boeken maken enkel spelen is, en dat is te rooskleurig. Soms is het zwoegen en vloeken.
Ik hoor vaak dat mijn tekeningen aanstekelijk werken, dus op dat vlak zit het wel snor. Iemand stuurde me onlangs foto’s van een Suzie-verhaal dat hij zelf met zijn dochtertje had bedacht en gemaakt. Dat is voor mij het allergrootste compliment!
Wat is het leukste onderdeel van boeken maken?
Het begin & het einde. Het begin, omdat je alle richtingen uit kan. Tegelijk ben ik dan onrustig omdat ik snel wil weten welke richting het wordt. Dan is het vechten tegen mijn eigen ongeduld.
Het leukste vind ik het bedenken van de personages. Daar steek ik veel tijd in. Pas als ik mijn personages helemaal ken mogen ze in het boek.
Het einde vind ik ook heel leuk, omdat ik dan precies weet hoe het moet. Dan ben ik niet te stoppen. Meestal voelt het als een ‘zwart gat’ als alles klaar is. Dat vond ik vroeger moeilijk, maar ik kan er steeds beter mee om. Ik weet dat ik dan rustig aan mag doen. Je kan niet de hele tijd diep duiken, snorkelen is ook wel eens fijn.
Wat is een minder fijn onderdeel van boeken maken?
Het midden. Hopeloos vast zitten en niet weten hoe je eruit raakt.
Contracten nalezen. De boekhouding. Mailtjes die zich opdringen terwijl je helemaal in een project zit.
Wie bewonder jij en waarom?
Ik bewonder mensen die me met een andere bril naar dingen laten kijken, in alle mogelijke disciplines, om allerlei verschillende redenen. Het zijn altijd mensen die zich ‘smijten’. Een aantal voorbeelden, in onbepaalde volgorde, behalve de eerste: Merel, Wolf Erlbruch, Peter De Graef, Maynard James Keenan, Kitty Crowther, Arcade Fire, Studio Orka, Hugo Matthysen, Benjamin Chaud, Erlend Oye, Leon Spilliaert, Monthy Python, Raymond Van Het Groenewoud, Ilja Leonard Pfeiffer, Nick Cave, Jaap Robben, José Gonzalez, Neo Rauch, Lorenzo Mattotti, Tom Waits, Flying Horseman, Oliver Jeffers, the Beatles, Michaël Borremans, Jeroen Brouwers, Les Claypool, Randall Caesar, Elvis Peeters, Thé Lau, Brecht Evens, Morphine, Spinvis, Yorgos Lanthimos, Wes Anderson, Jetse Batelaan,…
Waar ga jij van dansen, letterlijk en figuurlijk?
Funk, in al haar hoedanigheden (funk hoeft niet per sé in muziek te zitten). Goed gemaakte dingen: boeken, muziek, theater, films, maar ook mooi ontworpen (gebruiks-)voorwerpen (die ook nog eens goed functioneren!)… Gepassioneerde mensen. Mooie vrouwen - zoals mijn vrouw. Mijn zoon. Mijn familie. Humor. Mooi weer (maar niet té warm. Meer dan dertig graden is erover). Verse pizza. Ijsjes. Chocolademousse. Mijn Martin Nylon en Gibson SG (dat zijn gitaren). Aardbeien van onze aardbeienboer. Kersen, mango en ananas (ik weet het, dat mag niet van meneer Kyoto). Komkommer. Frankrijk. Speciale biertjes. Fietsvakantie. Basketballen,… En natuurlijk dans ik heel graag met mijn potloden en penselen!
Wat kan jou op de kast jagen?
Hopeloos vast zitten. Maar daar heb ik het al over gehad ;-) Slecht gemaakte dingen of spullen die niet goed bedacht zijn en te snel stuk gaan.
Onderschatten. Het onderschatten van kinderen. Het onderschatten van kinderboeken. Het onderschatten van kinderboekenmakers.
Iemand die zegt dat ik van mijn hobby mijn beroep heb kunnen maken.
Taalfauten.
Voorzichtig voetbal.
Waarmee kan jij mensen op de kast jagen?
Te kritisch zijn. Mijn ongeduld. Als ik me weer eens op één ding stort en de rest vergeet. Neuriën. Mijn warhoofd, als er teveel ideeën in zitten.
Mooie spreuk om af te sluiten?
‘Gras groeit niet door eraan te trekken’