Als iemand ooit mijn botjes vindt

Ulevel, Avegaar en Zefiertje. Nederlandse woorden die niemand nog gebruikt, maar die te mooi zijn om uit het woordenboek te laten verdwijnen. Jaap Robben speurde er twintig op die klinken als een dierennaam. Hun betekenis inspireerde hem en illustrator Benjamin Leroy tot gedichten en tekeningen waarin nieuwe, spannende dieren tot leven komen. Die we daarna nooit meer vergeten.

Gedichten: Jaap Robben - Illustraties: Benjamin Leroy
Uitgegeven door De Geus (NL) - ISBN 9789044524215 - 17,99€
Bestel jouw exemplaar
hier!

 

 Recensies

Illustrator Benjamin Leroy, met wie Robben eerder ‘De Zuurtjes’ maakte, is op dreef. Hij tekent de Vijst als een vliegend, peervormig wezen met voelsprieten, die een groen condensspoor achterlaat. Hilarisch!
— Trouw (NL)
Niet alleen de aard van het beestje en de humor maken de fantastische wezens onvergetelijk, maar ook de poëtische taal waarin ze tot leven worden gewekt.
— Poëziekrant (BE)
Graag meer werk van deze twee heren!
— De Leeswelp (BE)

 
 

 

 Over dit boek

Het Slingerpadfestival in Uden (NL) is een kunstenfestival met bijzondere aandacht voor poëzie. Jaap schreef in opdracht van het festival gedichten over ‘verdwijnwoorden’: woorden die uit het woordenboek verdwijnen omdat ze niet meer gebruikt worden, zoals de Avegaar (een oud soort handboor), een Paltrok (een mantel die in de Middeleeuwen erg in de mode was) of een Ulevel (een plakkerig snoepje uit grootmoeders tijd).

Jaap maakte er fantasiedieren van. Elk dier heeft eigenschappen die verwijzen naar de oorspronkelijke betekenis van het woord. Zo is de Avegaar een beestje dat overal gaatjes in boort, en een Ulevel een plakkerig dier dat overal aan likt.

Het schrijven van die gedichten beviel hem zo dat hij plots een hele verzameling dieren bij elkaar had. Uitgeverij De Geus was meteen enthousiast om er een bundel van te maken! Ik begon met kribbelen…

 
 

Al snel ontstond het idee om er een dierentuin van te maken. Ik zoek graag samenhang tussen de gedichten, of vlecht er zelf een beeldend verhaallijntje tussen, zoals in ‘Zullen we een bos beginnen?’.

Op een dag las ik een artikel in de krant over een aap die selfies maakte met een fototoestel die hij van een toerist jatte. Dat leverde hilarische beelden op, en inspireerde mij voor een verhaallijn.

Ik bedacht een Opa en kleinkind die naar de dierentuin gaan. Plots verschijnt er een vreemd diertje dat met Opa’s camera aan de haal gaat. Ze volgen het dier en belanden via een ondergrondse tunnel in een bizarre wereld vol mysterieuze wezens.

Uiteindelijk is die verhaallijn weggevallen, maar bleef het idee om een biotoop te creëeren, waar dieren nesten bouwen, op elkaar jagen, parasiteren, samenwerken,… Het beestje dat in een tunnel kruipt werd het begin van de bundel:

Zo gaat het vaak met boeken: ideeën komen en gaan… Je maakt vaak een lange kronkelweg voor je boek in de winkel ligt!

 

 Wist je dat?

  • Er in deze bundel één dierennaam zit die geen verdwijnwoord is? Jaap heeft dat dier dus helemaal verzonnen.

  • Er onlangs een nieuwe editie van deze bundel gemaakt werd, in een heel mooi prentenboekformaat?

  • Jaap en ik voor deze bundel een hele mooie lesbrief in elkaar hebben gebokst met allerlei leuke opdrachten en een handleiding om zelf een ‘botjestrekpop’ te maken?

  • Jaap en ik een voorstelling bij dit boek hadden bedacht? Daarin speelden wij verzamelaars die jacht maakten op de dieren uit ons boek. Na twee try-outs hebben we alles afgeblazen omdat we zo beschaamd waren over het resultaat. Dat van de schoenmaker en de leest, weet je wel :-)

 

Previous
Previous

De jacht op de sabeltandtijger

Next
Next

Het eiland achter de horizon