Blog #4: Dag Sinterklaas, dag Hugo

(Dit is een deel van de maandblog die ik in 2016 bijhield voor Iedereenleest.be)

 
 

Nu we het toch over Hugo Matthysen hebben: zou hij beseffen hoeveel kleur hij gaf aan mijn en andermans kinder – puber – volwassenenjaren? Elk jaar kijk ik (nu met zoon op de schoot) met evenveel plezier naar ‘Dag Sinterklaas’, ondertussen 26 jaar (!) oud. Zet ‘onze’ Sint maar eens naast de Nederlandse. Een beste man hoor, maar zo vlak en saai, altijd keurig, lief en rechtvaardig. ‘Onze’ Sint is humeurig, rookt sigaartjes, was ooit verliefd en wil op z’n tijd ook wel een cadeautje. Het geeft hem zoveel meer diepte en menselijkheid.

Naast ‘Dag Sinterklaas’ is er die lange lijst Matthysen die ik verslonden heb: zijn soloplaten, Clement Peerens Explosition, de ‘Paleizen’, Kulderzipken, ‘Nefast voor de feestvreugde’, zijn soms hilarische colums,…

Een paar jaar geleden las ik een interview, waarin hij vertelde hoe hij steeds schrijft ‘met mededogen voor de volwassene die meeleest, zodat zij er ook plezier aan beleven‘. Het is iets dat ik ook probeer te doen. Net zoals ik graag meekijk naar ‘Dag Sinterklaas’, hoop ik dat u als volwassene ook plezier beleeft aan ‘Suzie Ruzie’, ‘De jacht op de sabeltandtijger’ of ‘Afspraakje in het bos’.

Soms zit het ‘m gewoon in de herkenbaarheid, zoals de rotzooi in de woonkamer van Suzie Ruzie. Of beeldende knipoogjes, zoals deze prent uit ‘Afspraakje in het bos’ (met Sylvia Vanden Heede, Lannoo, 2014). Het Vliegend Hert, één van de hoofdpersonages, beweert dat alle dieren afstammen van zijn soort. Voor jonge kinderen is dit een verzameling gekke dieren. U herkent de platen over de evolutieleer uit de lessen biologie, maar dan met een gekke kronkel (klik op de prent om hem groter te zien).

Dàgen heb ik zitten puzzelen om dit helemaal te laten kloppen, maar als het lukt is het nog leuker. Want dat is een andere stelling van meneer Matthysen die ik volledig onderschrijf: ‘Je mag het zo absurd maken als je wil, binnen dat absurdisme moet er een ijzeren en sluitende logica zijn. Anders wordt het vrijblijvend absurdisme en dat werkt niet.‘

Er zijn ook de knipoogjes naar andere ‘volwassenendingen’, zoals deze scène uit ‘Het eiland achter de horizon‘ (met Pieter Van Oudheusden, De Eenhoorn, 2012). Als u ‘Het leven van Pi’ gelezen hebt herkent u het ‘stokstaartjeseiland’.

En ik geef graag cadeautjes aan héél aandachtige (volwassen) kijkers. Al vraag ik me af of iémand ze ooit opmerkt? Deze prent uit ‘De jacht op de sabeltandtijger‘ (met Pieter Van Oudheusden, De Eenhoorn, 2014) bijvoorbeeld. Heeft iemand gezien dat er binnen deze prehistorische stam verschillende kinderen zijn met blauwe ogen, maar dat er maar één volwassen man is met blauwe ogen? De alleenstaande medicijnman dan nog… (héhé)

Of dat de brave meneer in dat brave rijtjeshuis in ‘De Zuurtjes‘ (met Jaap Robben, De Geus, 2010) porno zit te kijken terwijl zijn vrouw beneden een boek leest? (héhé)

DeZuurtjes_65_bw.jpg

Ik stel voor dat u uw collectie prentenboeken nog eens herbekijkt. Er is vaak zoveel meer te ontdekken dan alleen maar een verhaaltje. Een goed prentenboek is er voor iedereen.

En Hugo: nu al bedankt, voor alles. En dat er nog veel uit jouw brein mag rollen!

 
 
 
Previous
Previous

Blog #5: De nacht en ik. En wij.

Next
Next

Blog #3: Leve de onnozelaars!