Blog #12: Ze is zo knap

(Dit is een deel van de maandblog die ik in 2016 bijhield voor Iedereenleest.be)

 
 

Hoe zou ik deze blogmaand kunnen schrijven zonder over haar te vertellen? Merel Eyckerman, het meisje dat ik nu al 16 jaar ken, waar ik 16 jaar mee samen ben, 7 jaar getrouwd, waarmee ik nu vier jaar een zoon heb. Omdat ik zoveel aan haar te danken heb. Zoveel van haar heb geleerd. Omdat ik zoveel met haar deel. Omdat ik hier zonder haar waarschijnlijk niet zat te typen, in deze hoedanigheid. Omdat ze zo knap is. In alle betekenissen van het woord.

Maar laat ik het voor deze blog binnen het teken/boekengebied houden. Ze is zo knap omdat ze niet ROEPT. Dat zit niet in haar natuur. Soms wil ik in haar plaats roepen, omdat een aanzienlijk deel der mensen het niet ziet: Merel heeft het Meest Geraffineerde Potlood Van De Benelux. Dat kan ik wel zeggen, als geheel objectieve toeschouwer 

 
 

Dat geraffineerde potlood wordt ook wel eens verward met ‘braaf’. Maar dat gebeurt door mensen met een minder geraffineerde kijk op de dingen. Of mensen die slechts één bril willen opzetten om de dingen te bekijken. Nee, ze vertelt niet heel nadrukkelijk ‘een verhaal naast de tekst’. Nee, haar werk is niet Overweldigend Aanwezig wat flashy kleuren of bombastische composities betreft. Dat zit niet in haar natuur. Niet roepen, ook niet in tekeningen.

 
 

Wat ze toevoegt aan het verhaal, zit in het beeld zelf. En dat is door ‘talige’ mensen soms moeilijk te begrijpen. Onze fijne collega Pieter Gaudesaboos begrijpt het maar al te goed. Een tijdje terug was hij hier op bezoek en stond hij in ons atelier naar haar nieuwe werk te turen. ‘Ik begrijp dat niet’, zei hij zuchtend. ‘Zo fijn. Zo verfijnd. Het is toch alleen zij die dat kan?’. Ik knik iets te nadrukkelijk.

De sfeer, het kleurenpalet, de verfijnde vormen, de inleving, de warmte. Ze tekent huizen waar ze zelf graag in zou wonen. Mensen waar ze graag mee zou samenleven. Wezens die ze graag zou tegenkomen. En dat gebeurt allemaal heel intuïtief. Vanuit de buik. Niet in woorden te vatten. Ik zou soms willen roepen en er met een dikke vinger naar wijzen. ‘Kijk dan! Kijk dan toch!’. Maar ze wil niet dat ik roep. Dat past niet bij haar werk.

Het is eind november en mijn aanvraagdossier voor een werkbeurs ligt al te blinken bij de drukker. Ik vind dat niet erg, zo’n dossier schrijven. Net zoals ik deze blog het tegendeel van erg vind. Het geeft me de kans om dingen op een rijtje te zetten. Terug te kijken. Te overlopen. Mijn linkerhersenhelft doet dat werk graag.

Voor haar is het een nachtmerrie. Ze krijgt het niet vertaald. Niet in woorden. Ze probeerde het nu al vier jaar op rij zonder gehoor. Het gekke is: de eerste drie jaar kreeg ze wél een werkbeurs, zelfs een grotere dan ik (en terecht). Men schreef dat ze ‘een goed onderbouwd en samenhangend plan had’. Het jaar daarna stond er plots een nulletje op de brief. De contrasten zijn soms groot, in een illustratorenhuishouden.

Ze heeft dit jaar voor het eerst geen dossier ingediend. Ze wil niet roepen. Ook niet tegen een commissie. Dat zit niet in haar natuur. ‘Quiet people have the loudest minds’ (Stephen Hawking). En omdat ze zich daaraan houdt is ze zo knap. Onder andere daarom is ze zo knap. En om nog zoveel andere redenen.

PS: en heeft u haar al eens zien dansen?

PPS: Merel Eyckerman dus, MEREL EYCKERMAN !!! (oei, sorry)

 
 
 
Previous
Previous

Blog #13: Zo gaat het altijd

Next
Next

Blog #11: Snorkelen