Blog #13: Zo gaat het altijd

(Dit is een deel van de maandblog die ik in 2016 bijhield voor Iedereenleest.be)

 
 

Het is eind augustus. De vloer ligt bezaaid met uitgeknipte papiertjes. Daarop telkens een kribbel en een paar woorden. Kleine boekjes, slordig in elkaar geplakt. Vellen A4 met schetsen en storyboards. Papieren met aantekeningen. Jaap ligt in de lange blauwe zetel. Zijn ogen volgen de schuivende wolken door het dakraam. Zijn pen tikt tegen zijn kin. Ik hang in de bureaustoel en blader wat in mijn schetsboek. Ik kijk erin zonder te kijken. ‘Mmm, maar als we nu eens…’, begint Jaap. ‘Nee, dat is ook niks.’. Zijn pen tikt weer verder.

Zo gaat het altijd, als Jaap en ik aan iets nieuws werken. We nemen een lange aanloop, waarin we ideeën verzamelen. Ze vliegen heen en weer via mail, telefoon, sms, of al pratend, tijdens een korte ontmoeting, omdat we samen ergens moeten zijn. Eigenlijk wordt zo’n idee dan zelden weggewuifd. Ze verdwijnen allemaal in de Grote Pot. Als we voelen dat de Grote Pot bijna overloopt, spreken we af. Een paar dagen bij hem of bij ons thuis. We tillen het deksel op en schrikken ervan hoe vol hij weer zit.

We beginnen te schikken, te schuiven, te overlopen, te schrappen, te veranderen. We proberen erachter te komen waarom die ideeën samen in één pot zaten. Wat is de rode draad? De dagen dat we samenkomen zijn altijd een rollercoaster met veel hoog en veel laag.

Nu is het even laag. We werken aan ‘Plasman’, dat in 2008 op mijn tekentafel begon als een verhaaltje over bedplassen. In 2016 is het een verhaal geworden over superhelden. Wonderlijk, hoe een idee je op sleeptouw kan nemen naar werelden die je niet kent. Nooit wat mee gehad, superhelden, waarom maak ik daar dan een verhaal over? Doorheen de jaren heeft het verschillende vormen gehad. Is het ‘Dat plasverhaal waarmee we echt eens iets moeten doen’ geweest. En nu zitten we er volop in. Het is te zeggen: zitten we er volop in vast.

Jaap schiet recht. ‘Volgens mij is alles er. We zien alleen de kern nog niet. En daarom kunnen we het nog niet in de juiste volgorde zetten’. Hij begint met de uitgeknipte papiertjes te schuiven, het zijn de sleutelscènes uit het storyboard. ‘Weet je’, gaat hij verder, ‘dit verhaal gaat eigenlijk niet over superhelden. Het gaat over de stoere jongens op de speelplaats. Omdat je beseft dat je daar nooit bij kan horen, moet je op zoek naar je eigen plek, op je heel eigen manier’.

Plots klaart de mist in mijn hoofd op. In een flits sta ik weer op de speelplaats van dat kleine schooltje in Overpelt-Fabriek. Ik zie de stoere jongens van de hogere jaren en wat ze allemaal kunnen, hoe hard ze kunnen, hoe snel ze kunnen. Hoe sommige van mijn broers gepest worden omdat ze niet zo hard kunnen. Hoe ik dat zie en weet dat ik iets anders moet proberen. Hoe ik met mijn tekeningen een gek soort respect afdwing, ook bij die stoere jongens. Hoe dat altijd zo gebleven is, zelfs tussen de nog stoerdere jongens in het middelbaar. Hoe tekenen op mijn heel eigen manier mijn plek werd en altijd gebleven is.

Ik zit terug bij Jaap in de werkkamer en ben driftig aan het meeschuiven, we halen er een paar papiertjes uit, voegen er enkele toe. In geen tijd zit alles op zijn plaats. We voelen het. En we vieren het. Met een wandeling in de late zomerzon, een biertje, gesprekken over dingen doen Met Kind In Huis, goede BoekenFilmsMuziek en de Vrouwtjes.

Zo gaat het altijd, maar altijd anders. Elk idee, elk verhaal, rijdt zijn eigen parcours. Maar altijd is het een ‘blend’, ‘A Perfect Union of Contrary Things’ (dankjewel Maynard James Keenan, held!), van mijn en zijn ideeën.

Begrijpt u het, dat het mij soms zeer doet als er wéér eens vanuit gegaan wordt dat Jaap de bedenker van dat alles is, en ik enkel de plaatjes maak? In vele recensies, maar zelfs in het prachtige totaaloverzicht ‘Het Boekenboek’ van Mirjam Noorduijn en Veerle Vanden Bosch dat recent verscheen is dat het geval. Ook al grijpt Jaap elke kans om te benadrukken dat we dit samen doen. Het blijkt een hardnekkig vooroordeel: de schrijver maakt het kind en de illustrator past het mooie kleertjes aan. Ach ja, er zijn ergere dingen om je druk over te maken. Conservatieve politiek. Kanker. Studio 100.

Wat het belangrijkste is: ‘Plasman’ zit in de finale fase, en verschijnt als alles goed gaat in het najaar van 2017 bij Gottmer (NL). Een verhaal vol humor (of wat dacht u?), superhelden die niet altijd superhelden blijken te zijn en veel lagen en dubbele bodems. Maar vooral: het nevenproduct van een Bijzondere Vriendschap.

‘Wat je ook bereikt in je leven, het is altijd ondergeschikt aan met wie je het beleeft‘. Het was Professor T die daar een tijdje geleden een aflevering mee be-eindigde. Wijsheid vind je overal, zelfs in een televisieprogramma op een druilerige zondagavond.

 
 
 
Previous
Previous

Blog #14: Mensenmensenmensen

Next
Next

Blog #12: Ze is zo knap